Onderstaande oefeningen kan je doen met bijna elke tekst.
Zoek een tekst in je leerboek, in de krant of een tijdschrift en maak een oefening.
Wanneer je samen met een klasgenoot de oefening maakt, kunnen jullie je antwoorden vergelijken en bespreken.
Uitleg over tekstverbanden en signaalwoorden op
Oefening
Verbanden tussen alinea’s in een tekst benoemen.
Zoek een tekst in je leerboek, in de krant of een tijdschrift en maak een oefening.
Wanneer je samen met een klasgenoot de oefening maakt, kunnen jullie je antwoorden vergelijken en bespreken.
Oefening:
Een tekst Nederlands lezen en tekstsoort en opbouw bepalen
WAAROM doen we dit?
|
Het examen Nederlands
komt eraan!
Daarom ga je trainen
op onderdelen en deelvaardigheden die nodig zijn om het CE goed te kunnen
maken. In deze oefening oefen je het herkennen van de tekstsoort, het
onderwerp/hoofdgedachte en de opbouw van de tekst.
|
WAT doen we?
|
Een tekst lezen en
‘ontleden’
|
HOE pakken we het aan?
|
Stap 1: Bekijk de
tekst oriƫnterend. Lees de titel, de tussenkopjes en kijk naar de bron. Wat
is de tekstsoort?
Stap 2: Lees de inleiding
en het slot. Wat is het onderwerp?
Stap 3: Lees
intensief. Wat is de hoofdgedachte?
Stap 4: Verdeel de
tekst in inleiding, kern en slot.
Stap 5: Hoe is de
tekst opgebouwd? Vraag-antwoord, probleem-oplossing, mening-argumenten –
verleden/heden/toekomst
|
RESULTAAT
|
Je hebt geoefend met
het snel herkennen van de tekstsoort en de opbouw van een tekst.
|
Oefening:
Een tekst Nederlands lezen en samenvatten
WAAROM doen we dit?
|
Het examen Nederlands
komt eraan!
Daarom ga je trainen
op onderdelen en deelvaardigheden die nodig zijn om het CE goed te kunnen
maken. In deze oefening oefen je het samenvatten van een tekst.
|
WAT doen we?
|
Een tekst lezen en
samenvatten.
|
HOE pakken we het aan?
|
Lees steeds een alinea
en vat deze in ƩƩn zin samen. Je kan ook op zoek gaan naar de kernzin van
elke alinea.
Werk zo de hele tekst
door.
Vergelijk je
bevindingen met een klasgenoot.
Waarin zitten
verschillen? Hoe komt dat?
Maak samen een ‘ideale’samenvatting van niet meer dan 160
woorden.
|
RESULTAAT
|
Je hebt geoefend met
het scheiden van hoofdzaken en bijzaken in een tekst.
|
Oefening
Signaalwoorden en tekstverbanden herkennen.
WAAROM doen we dit?
|
Het examen Nederlands
komt eraan!
Daarom ga je trainen
op onderdelen en deelvaardigheden die nodig zijn om het CE goed te kunnen
maken.
In deze oefening krijg
je inzicht in de verbanden tussen de (delen van) zinnen en alinea’s, zodat je
makkelijker de logische opbouw in een tekst herkent.
|
WAT doen we?
|
Zoek signaalwoorden in
de tekst en benoem de verbanden tussen
de verschillende (delen van) zinnen of alinea’s (bijvoorbeeld opsommend,
tegenstellend, verklarend) en geef aan waarop je dit baseert.
|
HOE pakken we het aan?
|
Lees de tekst en
markeer de signaalwoorden die je tegenkomt.
Noteer deze en geef
aan welk verband je herkent tussen alinea’s, zinnen of delen van zinnen.
Vergelijk je
bevindingen met een klasgenoot.
Waarin zitten
verschillen? Hoe komt dat?
|
RESULTAAT
|
Je hebt geoefend met
tekstverbanden en signaalwoorden.
|
WAAROM doen we dit?
|
Het examen Nederlands
komt eraan!
Daarom ga je trainen
op onderdelen en deelvaardigheden die nodig zijn om het CE goed te kunnen
maken.
In deze oefening krijg
je inzicht in de verbanden tussen de alinea’s, zodat je makkelijker de
logische opbouw in een tekst herkent.
|
WAT doen we?
|
Benoem de verbanden
tussen de verschillende alinea’s (bijvoorbeeld opsommend, tegenstellend,
verklarend) en geef aan op welke tekstdelen je dit baseert.
|
HOE pakken we het aan?
|
Lees de tekst en
formuleer wat volgens jou de verbanden zijn tussen de verschillende alinea’s.
Noteer deze en geef
aan waarom je kiest voor het verband.
Vergelijk je
bevindingen met een klasgenoot.
Waarin zitten
verschillen? Hoe komt dat?
|
RESULTAAT
|
Je hebt geoefend met
tekstverbanden en signaalwoorden.
|
Oefening
Functies van alinea’s in een tekst benoemen.
WAAROM doen we dit?
|
Het examen Nederlands
komt eraan!
Daarom ga je trainen
op onderdelen en deelvaardigheden die nodig zijn om het CE goed te kunnen
maken.
In deze oefening krijg
je inzicht in de functies van de alinea’s, zodat je makkelijker de logische opbouw
in een tekst herkent.
|
WAT doen we?
|
Benoem de functies van
de verschillende alinea’s in de tekst
(bijvoorbeeld bewijs, gevolg, toepassing, voorbeeld, argument, uitleg) en
geef aan waarom.
|
HOE pakken we het aan?
|
Lees de tekst en
formuleer wat volgens jou de functies zijn van de verschillende alinea’s.
Noteer deze en leg uit
waarom je dat denkt..
Vergelijk je
bevindingen met een klasgenoot.
Waarin zitten
verschillen? Hoe komt dat?
|
RESULTAAT
|
Je hebt geoefend met
het herkennen van tekstfuncties.
|
Oefening
Verwijswoorden herkennen.
WAAROM doen we dit?
|
Het examen Nederlands
komt eraan!
Daarom ga je trainen
op onderdelen en deelvaardigheden die nodig zijn om het CE goed te kunnen
maken.
In deze oefening krijg
je inzicht in het gebruik van verwijswoorden in teksten. Dat kan je
tekstbegrip vergroten..
|
WAT doen we?
|
Zoek verwijswoorden in
de tekst en benoem waar de
verwijswoorden naar verwijzen. Verwijzen ze naar (groepen van) woorden,
zinnen of delen van zinnen.
|
HOE pakken we het aan?
|
Lees de tekst en
markeer de signaalwoorden die je tegenkomt.
Noteer deze en geef
aan welk verband je herkent tussen alinea’s, zinnen of delen van zinnen.
Vergelijk je
bevindingen met een klasgenoot.
Waarin zitten
verschillen? Hoe komt dat?
|
RESULTAAT
|
Je hebt geoefend met
tekstverbanden en signaalwoorden.
|
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen