Mobiel schademelden
Je ziet een filmpje waarin Henk in
zijn auto tegen de auto van Vera botst. In het filmpje wordt uitgelegd hoe je
de schade kunt melden.
Het fragment duurt ongeveer 2.30 minuten. Bij dit fragment horen 8 vragen.
Het fragment duurt ongeveer 2.30 minuten. Bij dit fragment horen 8 vragen.
22. Het filmpje begint met een aanrijding.
Wat wordt hier bedoeld met: "Een
aanrijding zit in een klein hoekje"?
A Bij de aanrijding is een hoek van het voertuig beschadigd.
B De aanrijding is gebeurd op een hoek van de weg.
C Een aanrijding kan altijd onverwacht gebeuren.
A Bij de aanrijding is een hoek van het voertuig beschadigd.
B De aanrijding is gebeurd op een hoek van de weg.
C Een aanrijding kan altijd onverwacht gebeuren.
23. Henk is met zijn auto tegen die van Vera
aangereden.
Wat hebben Henk en Vera nodig om de
aanrijding snel af te handelen?
A Henk en Vera hebben allebei een mobiele telefoon met internet nodig.
B Henk en Vera hebben allebei een mobiele telefoon nodig, waarvan één met internet.
C Henk en Vera hebben alleen een schadeformulier nodig.
D Henk en Vera hebben een schadeformulier en een mobiele telefoon nodig.
A Henk en Vera hebben allebei een mobiele telefoon met internet nodig.
B Henk en Vera hebben allebei een mobiele telefoon nodig, waarvan één met internet.
C Henk en Vera hebben alleen een schadeformulier nodig.
D Henk en Vera hebben een schadeformulier en een mobiele telefoon nodig.
24. Bij de website uit het filmpje kun je
de schade melden die bij een aanrijding is ontstaan.
Van wie is de website waarbij je de
schade kunt melden?
A van alle verzekeraars bij elkaar
B van een bepaalde verzekeraar
C van enkele verzekeraars
A van alle verzekeraars bij elkaar
B van een bepaalde verzekeraar
C van enkele verzekeraars
25. Henk en Vera willen gezamenlijk met hun
mobiele telefoon de autoschade melden. Hiervoor moeten ze een aantal stappen
doorlopen. Zij maken eerst een foto van de situatie, voeren in dat er geen
gewonden zijn en voeren de soort schade in.
In welke volgorde moeten Henk en Vera
de andere gegevens in de mobiele telefoon invoeren?
A. eigen kenteken en naam - kenteken en naam van de tegenpartij - telefoonnummer tegenpartij
A. eigen kenteken en naam - kenteken en naam van de tegenpartij - telefoonnummer tegenpartij
B.
eigen
kenteken en naam - telefoonnummer tegenpartij - kenteken en naam van de
tegenpartij
C. kenteken en naam van de tegenpartij - eigen kenteken en naam - telefoonnummer tegenpartij
C. kenteken en naam van de tegenpartij - eigen kenteken en naam - telefoonnummer tegenpartij
26. Wanneer de gegevens verstuurd zijn, krijg je
via de mobiele telefoon een bericht terug met een aantal gegevens.
Welke gegevens komen automatisch in
beeld nadat beide partijen de antwoorden hebben ingevoerd?
Klik drie goede antwoorden aan.
A de locatie van de aanrijding
B de namen van de verzekeraars
C het kenteken van beide voertuigen
D het telefoonnummer van beide partijen
E het tijdstip van de aanrijding
Klik drie goede antwoorden aan.
A de locatie van de aanrijding
B de namen van de verzekeraars
C het kenteken van beide voertuigen
D het telefoonnummer van beide partijen
E het tijdstip van de aanrijding
27. Vera ontvangt als tegenpartij heel snel na het
invoeren van de gegevens een sms'je.
Wat staat er in dat sms'je?
A een digitale handtekening
B een link naar de online aangifte
C een samenvatting van de schademelding
A een digitale handtekening
B een link naar de online aangifte
C een samenvatting van de schademelding
28. Vera ontvangt na de gezamenlijke invoer een
cijfercode.
Waarom moet Henk deze cijfercode
invoeren?
A Hiermee is bekend onder welk nummer de schade bekend is bij de verzekeraar.
B Hiermee kan hij inloggen bij zijn verzekeringsmaatschappij.
C Hiermee ondertekent Vera de schademelding.
A Hiermee is bekend onder welk nummer de schade bekend is bij de verzekeraar.
B Hiermee kan hij inloggen bij zijn verzekeringsmaatschappij.
C Hiermee ondertekent Vera de schademelding.
29. Zowel Henk als Vera ontvangen tot slot een
e-mail.
Waarom ontvangen Henk en Vera deze e-mail?
A Ze kunnen dan de online aangifte nog eens nalezen en eventueel compleet maken.
B Ze kunnen dan de online aangifte nog eens nalezen en opnieuw versturen.
C Ze kunnen dan online de aangifte alsnog ongedaan maken.
Waarom ontvangen Henk en Vera deze e-mail?
A Ze kunnen dan de online aangifte nog eens nalezen en eventueel compleet maken.
B Ze kunnen dan de online aangifte nog eens nalezen en opnieuw versturen.
C Ze kunnen dan online de aangifte alsnog ongedaan maken.
Op pad met de mystery shopper
Je hoort een radiofragment over mensen
die werken als mystery shopper. Ze gaan naar winkels en doen alsof ze klant
zijn om te zien hoe het winkelpersoneel werkt.
Het fragment duurt ongeveer 7.30
minuten.
Bij dit fragment horen 8 vragen.
30.
Robert-Jan Booij gaat op pad met een
mystery shopper.
Welke twee andere woorden worden in de tekst gebruikt voor "mystery shopper"?
Klik twee goede antwoorden aan.
A nepklant
B retail medewerker
C spion
D vrouwenjager
E winkeleigenaar
Welke twee andere woorden worden in de tekst gebruikt voor "mystery shopper"?
Klik twee goede antwoorden aan.
A nepklant
B retail medewerker
C spion
D vrouwenjager
E winkeleigenaar
31. De mystery shopper zegt van zichzelf dat hij
er "doorsnee" uitziet.
Wat bedoelt hij daarmee?
A dat hij een jongeman is met een bruine jas aan
B dat hij eruitziet als een spion
C dat hij niet opvalt tussen de mensen
A dat hij een jongeman is met een bruine jas aan
B dat hij eruitziet als een spion
C dat hij niet opvalt tussen de mensen
32.
Wat doet Bastiaan van Leeuwen voordat
hij een winkel bezoekt?
A Hij bekijkt de punten waarop hij de winkel moet beoordelen.
B Hij bespreekt de procedure met de eigenaar van de winkel.
C Hij vult een formulier in voor de eigenaar van de winkel.
A Hij bekijkt de punten waarop hij de winkel moet beoordelen.
B Hij bespreekt de procedure met de eigenaar van de winkel.
C Hij vult een formulier in voor de eigenaar van de winkel.
33. De mystery shopper bezoekt samen met de
verslaggever een schoenenwinkel. Wat
valt hem op bij dit bezoek?
Klik drie goede antwoorden aan.
A Er ligt veel troep in de winkel.
B In de buurt van de winkel staan afvalzakken.
C Het personeel blijft doorwerken.
D Het personeel van de winkel begroet hen als ze binnenkomen.
E Het personeel van de winkel is druk aan het werk.
Klik drie goede antwoorden aan.
A Er ligt veel troep in de winkel.
B In de buurt van de winkel staan afvalzakken.
C Het personeel blijft doorwerken.
D Het personeel van de winkel begroet hen als ze binnenkomen.
E Het personeel van de winkel is druk aan het werk.
34.
Een mystery shopper moet volgens
Bastiaan van Leeuwen aan een aantal eisen voldoen.
Welke eis noemt hij?
A Een mystery shopper moet kunnen observeren.
B Een mystery shopper moet veel in de winkelstraat lopen.
C Een mystery shopper moet verstand hebben van kleding.
Welke eis noemt hij?
A Een mystery shopper moet kunnen observeren.
B Een mystery shopper moet veel in de winkelstraat lopen.
C Een mystery shopper moet verstand hebben van kleding.
35.
Wat is de kracht van het "mystery
shoppen" volgens Bastiaan van Leeuwen?
A dat de baas van een winkel de mystery shopper niet kent
B dat de baas van een winkel niet zelf zijn personeel hoeft te controleren
C dat het personeel van de winkel de mystery shopper niet kent
A dat de baas van een winkel de mystery shopper niet kent
B dat de baas van een winkel niet zelf zijn personeel hoeft te controleren
C dat het personeel van de winkel de mystery shopper niet kent
36.
In Amerika kan iemand ontslagen worden
op basis van de bevindingen van een mystery shopper.
Vindt de mystery shopper dat dit ook in Nederland moet kunnen gebeuren?
A Nee, want een mystery shopper beoordeelt niet één medewerker, maar het personeel als geheel.
B Nee, want een mystery shopper doet zijn werk ook niet altijd goed.
C Nee, want een mystery shopper is maar één persoon die de winkel beoordeelt.
Vindt de mystery shopper dat dit ook in Nederland moet kunnen gebeuren?
A Nee, want een mystery shopper beoordeelt niet één medewerker, maar het personeel als geheel.
B Nee, want een mystery shopper doet zijn werk ook niet altijd goed.
C Nee, want een mystery shopper is maar één persoon die de winkel beoordeelt.
37. De mystery shopper gaat zelf niet terug naar
een winkel met de eindbeoordeling.
Waarom niet?
A Dan
heeft de mystery shopper te veel werk te doen.
B Dan is de mystery shopper het plezier in zijn werk kwijt.
C Dan is de mystery shopper niet meer anoniem.
B Dan is de mystery shopper het plezier in zijn werk kwijt.
C Dan is de mystery shopper niet meer anoniem.
Wat
kost zomertijd?
Je ziet een filmpje over de invoering
van de zomertijd en wat dat kost.
Het fragment duurt ongeveer 8.50
minuten.
Bij dit fragment horen 7 vragen.
38. Een van de presentatoren leest de
kijkersvraag voor.
Wat was volgens de kijker de reden om
de zomertijd in te stellen?
A Door de zomertijd kun je energie besparen.
B Door de zomertijd kun je langer doorwerken.
C Door de zomertijd kun je later opstaan.
A Door de zomertijd kun je energie besparen.
B Door de zomertijd kun je langer doorwerken.
C Door de zomertijd kun je later opstaan.
De hoogleraar ondersteunt zijn verhaal met
behulp van tekeningen.
Wat tekent hij als voorbeeld voor de situatie in Californië?
A een badkuip met een doorlopende lijn
B een badkuip met een stippellijn
C een omgedraaide badkuip
Wat tekent hij als voorbeeld voor de situatie in Californië?
A een badkuip met een doorlopende lijn
B een badkuip met een stippellijn
C een omgedraaide badkuip
A Aan
verlichting geef je minder geld uit, maar aan koeling meer.
B Je geeft aan verlichting en koeling steeds meer geld uit.
C Wat je aan koeling bespaart, geef je uit aan verlichting.
B Je geeft aan verlichting en koeling steeds meer geld uit.
C Wat je aan koeling bespaart, geef je uit aan verlichting.
41. Bij dit fragment horen 2 vragen
In dit fragment wordt gesproken over
de "Handelingen".
Welke andere woorden worden gebruikt in plaats van de "Handelingen"?
Klik de twee goede antwoorden aan.
A archief
B dat wat gedaan is
C kamer
D vertaling
Welke andere woorden worden gebruikt in plaats van de "Handelingen"?
Klik de twee goede antwoorden aan.
A archief
B dat wat gedaan is
C kamer
D vertaling
42. Wat vond de Tweede Kamer van de invoering van
de zomertijd?
A Alle
Tweede Kamerleden waren positief over de invoering.
B Geen van de Tweede Kamerleden vond de invoering een goed plan.
C Niet alle Tweede Kamerleden waren blij met de invoering.
B Geen van de Tweede Kamerleden vond de invoering een goed plan.
C Niet alle Tweede Kamerleden waren blij met de invoering.
43. Een van de programmamakers
bezoekt een koeienstal.
Wat is een gevolg van de zomertijd
voor dit boerenbedrijf?
A De koeien geven minder melk.
B De melk smaakt minder lekker.
C De prijs van melk is omlaaggegaan.
A De koeien geven minder melk.
B De melk smaakt minder lekker.
C De prijs van melk is omlaaggegaan.
44.
De regering besloot de zomertijd in te voeren.
De regering besloot de zomertijd in te voeren.
Wat was het argument om de zomertijd
in te voeren?
A Er komen dan meer voorzieningen in de recreatiesector.
B Mensen kunnen dan langer buiten dingen doen.
C Mensen kunnen dan langer met vakantie gaan.
A Er komen dan meer voorzieningen in de recreatiesector.
B Mensen kunnen dan langer buiten dingen doen.
C Mensen kunnen dan langer met vakantie gaan.
Reacties
Een reactie posten