Doorgaan naar hoofdcontent

Leestekst Zeggen we nog hallo? (2017-2018)

Deze tekst komt uit een krant.

alinea 1

Hoe vaak zeg je iemand nog gedag op straat, gewoon een wildvreemde? Het antwoord is vaak betreurend. Vandaar dat de Nationale Begroetingsdag in het leven is geroepen.

alinea 2

De reden voor deze Nationale Begroetingsdag: aandacht geven aan de mensen om je heen. Een goed experiment voor mij, want ik moet toegeven dat 'hallo' en 'goedemiddag' woorden zijn die niet makkelijk uit mijn mond komen. Dat heb ik eigenlijk pas écht in de gaten wanneer ik aan mijn beproeving begin en richting het station loop. In de verte komt een meneer aangelopen en hoe dichter hij nadert, hoe spannender ik het vind worden. Want, op welk moment ga ik 'hallo' zeggen? Of houd ik het bij een wat officiëler 'goedemiddag'? Hmm, misschien sla ik hem wel even over want hij kijkt niet echt vrolijk. Allerlei vragen schieten door mijn hoofd, terwijl de nietsvermoedende man nadert.

alinea 3

Bij het passeren richt de man zijn blik naar beneden, waardoor een simpel 'hallo' uit mijn tenen lijkt te komen. Dat ik het er moeilijk mee heb, valt hem niet op. Dat ik wat zeg, wel. Hij kijkt me heel verrast aan en zegt me vriendelijk gedag. Dat valt best mee. Ik moet toegeven dat het me toch een heel goed gevoel geeft en ik er zelfs lol in begin te hebben om de volgende voorbijganger ook te groeten.

 alinea 4

Lastig blijven de momenten waarop iemand helemaal niet teruggroet. Daar wringt gelijk de schoen. Het doel van de Nationale Begroetingsdag is om de ander aandacht te geven. Maar waarom zou je dat doen als iemand er niet van gediend is? Tijdens deze test merk ik dat ook ik op een gegeven moment heb besloten om op te houden met groeten. Best confronterend, want ik beschouw mezelf als een open persoon. Maar waar ik vooral last van heb, zijn de vooroordelen over de personen die ik op straat tegenkom. Bij het groeten denk ik al op afstand: die wel en die niet. En het gekke is, dat juist de mensen die ik normaal voorbij zou lopen en nu wel gedag zeg, het vriendelijkst tegen mij zijn.

 alinea 5

Gelukkig ontdek ik ook dat naarmate ik vaker een positieve reactie krijg, het me geen moeite meer kost om vriendelijk te zijn. Het is al snel een gewoonte om anderen te groeten. En natuurlijk blijven er nog steeds onbewaakte ogenblikken waarop ik totaal in gedachten verzonken aan iemand voorbij loop, zonder wat te zeggen. En juist op zo'n moment gebeurt het: tot mijn verbazing word ik uit mijn droomwereld gewekt, door een vriendelijke mevrouw met een vrolijk "Hallo!".

 

Leestekst 2. Zeggen we nog hallo?
Bij deze tekst horen 4 vragen, je vindt ze door te klikken op
DIT VRAGENFORMULIER
 



Reacties

Populaire posts van deze blog

Voorbereiden op het Examen Lezen en Luisteren MBO 2F

Het MBO-examen Lezen en Luisteren 2F bestaat meestal uit 4 leesteksten en 3 luisterteksten. De tekstsoorten zijn informatief, instructief en betogend.   De onderwerpen hebben vaak te maken met het milieu, de gezondheid, werk, burgerschap. Veel mensen denken dat ze dit examen niet kunnen voorbereiden, omdat de teksten en de vragen toch steeds anders zijn. Het soort vragen dat gesteld wordt is echter wel steeds hetzelfde. Als je weet welke vragen er gesteld kunnen worden, kan je je daar wel op voorbereiden door te zorgen dat je de bijbehorende begrippen wel kent (denk aan signaalwoorden, tekstsoorten, hoofdgedachte). Begin altijd met oriënterend of scannend lezen. Kijk naar de belangrijke plaatsen in de tekst, zoals de titel, de eerste (inleiding) en laatste alinea (slot) en alle tussenkopjes. Als je de tekst helemaal gaat lezen, verdeel je de tekst in deelonderwerpen. Hieronder staan enkele veelvoorkomende vragen: ·          Wie zegt ...

Oefeningen voor het Centraal Examen

Onderstaande oefeningen kan je doen met bijna elke tekst. Zoek een tekst in je leerboek, in de krant of een tijdschrift en maak een oefening. Wanneer je samen met een klasgenoot de oefening maakt, kunnen jullie je antwoorden vergelijken en bespreken. Oefening: Een tekst Nederlands lezen en tekstsoort en opbouw bepalen WAAROM doen we dit? Het examen Nederlands komt eraan! Daarom ga je trainen op onderdelen en deelvaardigheden die nodig zijn om het CE goed te kunnen maken. In deze oefening oefen je het herkennen van de tekstsoort, het onderwerp/hoofdgedachte en de opbouw van de tekst. WAT doen we? Een tekst lezen en ‘ontleden’ HOE pakken we het aan? Stap 1: Bekijk de tekst oriënterend. Lees de titel, de tussenkopjes en kijk naar de bron. Wat is de tekstsoort? Stap 2: Lees de inleiding en het slot. Wat is het onderwerp? Stap 3: Lees intensief. Wat is de hoofdgedachte? Stap 4: Verdeel de tekst in inleiding, kern en sl...

Luisteren - oefeningen uit het Centraal Examen 2013

Luisterteksten   Bij de luisterteksten is er eerst het hele filmpje of luisterfragment. Per vraag kan je een onderdeel van het filmpje nogmaals beluisteren. Mobiel schademelden Je ziet een filmpje waarin Henk in zijn auto tegen de auto van Vera botst. In het filmpje wordt uitgelegd hoe je de schade kunt melden. Het fragment duurt ongeveer 2.30 minuten. Bij dit fragment horen 8 vragen.   22.       Het filmpje begint met een aanrijding. Wat wordt hier bedoeld met: "Een aanrijding zit in een klein hoekje"? A         Bij de aanrijding is een hoek van het voertuig beschadigd. B         De aanrijding is gebeurd op een hoek van de weg. C         Een aanrijding kan altijd onverwacht gebeuren. 23.         Henk is met zijn auto tegen die van Vera aangereden. Wat hebben Henk en Vera ...