Hieronder zie je de luisterfragmenten met de vragen uit het Centraal Examen Lezen en Luisteren MBO 2F van 2014.
Biologisch eerlijk eten
Je gaat kijken naar een televisieprogramma voor jongeren.
Het filmpje duurt ongeveer 8 minuten.
Bij dit filmpje horen 7 vragen.
A. De kalfjes blijven in een aparte ruimte in de stal.
B. De koeien zijn in de zomer altijd buiten.
C. Hij gebruikt natuurlijke producten
D. Hij gebruikt veel stro op zijn bedrijf.
E. Hij laat het gras lang groeien, zodat de koeien veel kunnen eten.
B. Je ziet dat aan het symbool op het artikel of in de winkel.
C. Je ziet op het artikel van welke leverancier het komt.
Noteer de drie goede antwoorden.
A. Dieren hebben een beter leven.
B. Tegen insecten is geen gif gebruikt.
C. Eten is goed van smaak.
D. Producten worden gegeten in de periode dat ze groeien.
E. De herkomst van het product hoeft niet geraden te worden.
A. Dat idee verandert. Veel winkels verkopen nu deze producten.
B. Dat vindt zij geen probleem. Zij vindt dat het eten veel smaakt heeft.
C. Dat zal altijd wel zo blijven. Dat vindt ze wel jammer.
B. Om mensen te laten zien dat biologisch voedsel niet duur is.
C. Om mensen te stimuleren hun basisproducten in de supermarkten te kopen.
A. Jongeren moeten biologisch eten gewoon gaan proberen.
B. Jongeren moeten keuzes maken bij het uitgeven van hun geld.
C. Jongeren moeten niet zoveel drinken als ze uitgaan.
B. Deze geeft een samenvatting van het hele programma.
C. Deze roept op om beter om te gaan met het milieu.
Het fragment duurt ongeveer 5 minuten.
Bij dit fragment horen 8 vragen.
A. Ze kunnen minder mensen via de telefoon bereiken.
B. Ze merken dat de consument het zielig vindt om verkopers af te wimpelen.
C. Ze vinden het moeilijk om andere manieren te verzinnen om klanten te werven.
A. Ze vinden het een prettige manier om een product te kopen.
B. Ze vinden het geen enkel probleem, maar kopen nooit iets aan de deur.
C. Ze vinden het vervelend en kopen bijna nooit iets aan de deur.
1. Voer steeds een goed gesprek met de verkoper. A. Wel B. Niet
2. Vraag de verkoper om zich te legitimeren. A. Wel B. Niet
3. Vraag welke producten de verkoper verkoopt. A. Wel B. Niet
4. Zet geen handtekening. A. Wel B. Niet
B. Hij is bang dat te veel mensen zich gaan aanmelden.
C. Hij vindt het een heel goed idee.
A. Consumenten zetten vaak hun handtekening zonder te weten waarvoor.
B. Medewerkers van een bedrijf vragen te snel of ze even langs kunnen komen.
C. Verkopers kunnen niet goed uitleggen welke producten de klant gewonnen heeft.
B. Voorlichting geven over de DeurWijzer.
C. Zorgen dat bedrijven zich aan het Bel-niet-aan-register houden.
A. Alleen de DeurWijzer zorgt ervoor dat verkopers niet aan de deur komen.
B. Alleen de sticker zorgt ervoor dat verkopers niet aan de deur komen.
C. Beide producten zorgen ervoor dat verkopers niet aan de deur komen.
D. Geen van beide producten zorgt ervoor dat verkopers niet aan de deur komen.
B. Consumenten instrueren over het gebruik van de DeurWijzer.
C. Consumenten waarschuwen tegen verkopers aan de deur.
Kooptips: Elektrische fietsen
Je gaat kijken naar een consumentenprogramma.
Het filmpje duurt ongeveer 4 minuten.
B. Ze zijn duur, dus je moet goed weten wat je koopt.
C. Ze zitten ingewikkeld in elkaar, dus je moet goed weten hoe ze werken.
B. Het systeem met de krachtsensor.
C. Beide systemen rijden even prettig.
A. De afstand die je af kunt leggen in kilometers.
B. De snelheid van de fiets in kilometers per uur.
C. Het eigen gewicht van de fiets in kilo’s .
B. Onder de bagagedrager
C. Zo laag mogelijk
A. Een fiets met een derailleur en een grote accu.
B. Een fiets met een derailleur en een kleine accu.
C. Een fiets met een naafversnelling en een grote accu.
D. Een fiets met een naafversnelling en een kleine accu.
43. Ellen maakt graag toertochten en dan rijdt ze 80 km
op een dag. Ze heeft ook fietstassen met kleding, eten, drinken en boeken bij
zich. Ze wil voor die tochten een elektrische fiets gaan kopen.
Waarmee zal ze bij de aankoop van een elektrische fiets vooral rekening moeten houden?
A. De capaciteit van de accu
B. De plaats van de elektromotor
C. Het soort versnelling
Antwoorden van de 4 leesteksten en de luisterteksten op: Antwoorden
Tel alle goede antwoorden op (ook die van de luisterteksten). In de scoringstabel kun je je cijfer berekenen.
Biologisch eerlijk eten
Je gaat kijken naar een televisieprogramma voor jongeren.
Het filmpje duurt ongeveer 8 minuten.
Bij dit filmpje horen 7 vragen.
23. Waaruit blijkt dat Koos een biologische boer is?
Noteer de drie goede antwoorden.A. De kalfjes blijven in een aparte ruimte in de stal.
B. De koeien zijn in de zomer altijd buiten.
C. Hij gebruikt natuurlijke producten
D. Hij gebruikt veel stro op zijn bedrijf.
E. Hij laat het gras lang groeien, zodat de koeien veel kunnen eten.
24. Hoe weet je dat een artikel in de winkel biologisch
is?
A. Je
weet dat pas als een medewerker dat
aangeeft.B. Je ziet dat aan het symbool op het artikel of in de winkel.
C. Je ziet op het artikel van welke leverancier het komt.
25. Georgina en Tamar zijn in de Kunsthal bij de week van
de smaak.
Wat zegt Tamar over ‘eerlijk eten’?Noteer de drie goede antwoorden.
A. Dieren hebben een beter leven.
B. Tegen insecten is geen gif gebruikt.
C. Eten is goed van smaak.
D. Producten worden gegeten in de periode dat ze groeien.
E. De herkomst van het product hoeft niet geraden te worden.
26. Sanne Reisenga zegt dat biologische producten een ‘beetje
een geitenwollensokkenimago’ hebben.
Wat vindt zij daarvan?A. Dat idee verandert. Veel winkels verkopen nu deze producten.
B. Dat vindt zij geen probleem. Zij vindt dat het eten veel smaakt heeft.
C. Dat zal altijd wel zo blijven. Dat vindt ze wel jammer.
27. Waarom wordt de week van de smaak georganiseerd?
A. Om
mensen meer bewust te maken van hun eigen eetgewoonten.B. Om mensen te laten zien dat biologisch voedsel niet duur is.
C. Om mensen te stimuleren hun basisproducten in de supermarkten te kopen.
28. Georgina zegt: ‘Prioriteiten stellen dus voor de
jongeren.’
Wat bedoelt zij daarmee?A. Jongeren moeten biologisch eten gewoon gaan proberen.
B. Jongeren moeten keuzes maken bij het uitgeven van hun geld.
C. Jongeren moeten niet zoveel drinken als ze uitgaan.
29. Wat is de functie van de rap in dit programma?
A. Deze
geeft een instructie hoe je een beter milieu krijgt.B. Deze geeft een samenvatting van het hele programma.
C. Deze roept op om beter om te gaan met het milieu.
Bel-niet-aan-register
Je gaat luisteren naar een actualiteitenprogramma.Het fragment duurt ongeveer 5 minuten.
Bij dit fragment horen 8 vragen.
30. Bedrijven proberen hun producten weer steeds meer te
verkopen aan de deur.
Waarom doen bedrijven dat?A. Ze kunnen minder mensen via de telefoon bereiken.
B. Ze merken dat de consument het zielig vindt om verkopers af te wimpelen.
C. Ze vinden het moeilijk om andere manieren te verzinnen om klanten te werven.
31. De verslaggever interviewt een aantal mensen over
verkopen aan de deur.
Wat is hun mening hierover?A. Ze vinden het een prettige manier om een product te kopen.
B. Ze vinden het geen enkel probleem, maar kopen nooit iets aan de deur.
C. Ze vinden het vervelend en kopen bijna nooit iets aan de deur.
32. Welke informatie staat er op de DeurWijzer?
Noteer bij elke uitspraak ‘wel’ of ‘niet’.1. Voer steeds een goed gesprek met de verkoper. A. Wel B. Niet
2. Vraag de verkoper om zich te legitimeren. A. Wel B. Niet
3. Vraag welke producten de verkoper verkoopt. A. Wel B. Niet
4. Zet geen handtekening. A. Wel B. Niet
33. Wat vindt Dirk Jansen van het Bel-niet-aan-register?
A. Hij
denkt dat het heel veel geld gaat kosten.B. Hij is bang dat te veel mensen zich gaan aanmelden.
C. Hij vindt het een heel goed idee.
34. Els Putters geeft aan wat het probleem is , als
verkopers aan de deur komen met hun producten.
Wat is dat probleem?A. Consumenten zetten vaak hun handtekening zonder te weten waarvoor.
B. Medewerkers van een bedrijf vragen te snel of ze even langs kunnen komen.
C. Verkopers kunnen niet goed uitleggen welke producten de klant gewonnen heeft.
35. Wat doet de Consumentenautoriteit om de bedrijven op
te voeden?
A. Bedrijven
straffen als ze zich niet aan de regels houden.B. Voorlichting geven over de DeurWijzer.
C. Zorgen dat bedrijven zich aan het Bel-niet-aan-register houden.
36. EƩn organisatie heeft de DeurWijzer bedacht, een
andere organisatie heeft een sticker ontwikkeld.
Welk product voorkomt dat er verkopers aan de deur komen?A. Alleen de DeurWijzer zorgt ervoor dat verkopers niet aan de deur komen.
B. Alleen de sticker zorgt ervoor dat verkopers niet aan de deur komen.
C. Beide producten zorgen ervoor dat verkopers niet aan de deur komen.
D. Geen van beide producten zorgt ervoor dat verkopers niet aan de deur komen.
37. Wat is het doel van de makers van dit programma?
A. Consumenten
informeren over het bestaan van de Deurwijzer.B. Consumenten instrueren over het gebruik van de DeurWijzer.
C. Consumenten waarschuwen tegen verkopers aan de deur.
Kooptips: Elektrische fietsen
Bij dit filmpje horen 6 vragen.
38. Wat is volgens Henk Verhagen de reden om dit
programma over elektrische fietsen te maken?
A. Ze
worden steeds populairder, dus je moet er goed mee leren omgaan.B. Ze zijn duur, dus je moet goed weten wat je koopt.
C. Ze zitten ingewikkeld in elkaar, dus je moet goed weten hoe ze werken.
39. Welk aandrijfsysteem rijdt volgens Henk Verhagen het
prettigst?
A. Het
systeem met de bewegingssensor.B. Het systeem met de krachtsensor.
C. Beide systemen rijden even prettig.
40. Henk Verhagen heeft het over een actieradius tussen
de 30 en de 50.
Wat bedoelt hij daarmee?A. De afstand die je af kunt leggen in kilometers.
B. De snelheid van de fiets in kilometers per uur.
C. Het eigen gewicht van de fiets in kilo’s .
41. Op welke plek moet de accu geplaatst worden om de
beste rijeigenschappen te krijgen?
A. In
het midden van de fiets.B. Onder de bagagedrager
C. Zo laag mogelijk
42. Raymond gaat naar een nieuwe school. Die school ligt
3 km van zijn huis en er zijn erg veel verkeerslichten onderweg. Hij zal vaak
moeten remmen en weer optrekken.
Welke elektrische fiets kan Raymond het beste kopen?A. Een fiets met een derailleur en een grote accu.
B. Een fiets met een derailleur en een kleine accu.
C. Een fiets met een naafversnelling en een grote accu.
D. Een fiets met een naafversnelling en een kleine accu.
Waarmee zal ze bij de aankoop van een elektrische fiets vooral rekening moeten houden?
A. De capaciteit van de accu
B. De plaats van de elektromotor
C. Het soort versnelling
Antwoorden van de 4 leesteksten en de luisterteksten op: Antwoorden
Tel alle goede antwoorden op (ook die van de luisterteksten). In de scoringstabel kun je je cijfer berekenen.
Fijne oefenteksten en luisterfragmenten. Heb het vandaag in de klas gebruikt en zowel studenten als ik waren erg tevreden.
BeantwoordenVerwijderen